Dat vrijwilligerswerk goed is voor jezelf en voor je omgeving is al lang duidelijk. Deze stad zou zichzelf niet zijn zonder de vrijwillige inzet van 140.000 Rotterdammers. Vrijwilligerswerk kan ook zorgen voor een betere kwaliteit van leven, iets waar inZ al eens aandacht aan heeft besteed in de inZ Vrijwilligerskrant. Dat effect is nog eens onderzocht en het onderzoek geeft de nodige stof tot nadenken.
De auteurs van het onderzoek hebben een grote Amerikaanse database met gegevens gebruikt om te onderzoeken of het doen van vrijwilligerswerk gezondheidseffecten had. Het was uit ander onderzoek al bekend dat je je beter ging voelen door het doen van vrijwilligerswerk, maar nu is ook vastgesteld dat je er langer door leeft. De onderzoekers zijn niet over een nacht ijs gegaan, want ze hebben rekening gehouden met heel veel andere factoren die het effect mogelijkerwijs ook zouden kunnen verklaren. Ook dan blijft hun conclusie: voor een langer leven is het aan te bevelen om vrijwilligerswerk te gaan doen.
Toch ligt het – hoe kan het ook anders – allemaal wat genuanceerder. En in die nuance ligt een interessant verschijnsel.
Het doen van vrijwilligerswerk leidt alleen tot een langer leven wanneer het vanuit bepaalde motieven wordt gedaan. Wanneer de motieven gericht zijn op andere mensen – “echt” vrijwilligerswerk – , in plaats van op jezelf, is het langer-leven-effect aanwezig. Wanneer je het voor jezelf doet werkt het effect niet. De onderzoekers hebben hier – met de nodige slagen om de arm – ook wel een verklaring voor. Vrijwilligerswerk is soms stressvol en die stress leidt tot gezondheidsschade. Wanneer je voor anderen actief bent zou er een “caregiving behavioral system” worden geactiveerd, dat die stress tegengaat. De onderzoekers zullen dit in de toekomst verder proberen uit te zoeken.
Het verschil tussen “echt” vrijwilligerswerk en vrijwilligerswerk dat je doet om er zelf beter van te worden (CV, kennis/vaardigheden, afleiding van eigen sores) komt hiermee weer eens naar voren. In de wereld van het vrijwilligerswerk was het eigenlijk al geen issue meer, want motieven waren weliswaar van belang voor de werving en binding van vrijwilligers, maar golden niet meer als morele basis. Als je maar vrijwilligerswerk deed. Er is blijkbaar toch – op fundamenteel niveau – nog wel wat meer aan de hand. Dat het ergens schuurde was ook de reden voor de eerdere post “vrijwilligerswerk is geen handel”, waarin een verschil naar voren komt tussen “handel” – gelijk oversteken en uitruilen” en “kredietverlening – ik geef je nu iets en verwacht pas later iets terug”. Dat laatste past dan beter bij het “echte” vrijwilligerswerk.
Laat er overigens geen misverstand over ontstaan: alle vrijwilligerswerk is me even lief, ongeacht de achterliggende motieven.
Konrath, Fuhrel-Forbis, Lou and Brown: Motives for volunteering are associated with mortality risk in older adults. Health Psychology, 2011. Als pdf beschikbaar, moet nog in print verschijnen.