Geen enkele vrijwilligersorganisatie ontkomt eraan: verloop van vrijwilligers. Mensen houden er mee op, soms om duidelijke redenen als een verhuizing, maar soms ook omdat het vrijwilligerswerk of de vrijwilligersorganisatie niet opleveren wat de vrijwilligers ervan verwachten. Dit verloop is soms onvermijdelijk, maar vaak kun je er als bestuur of coördinator meer aan doen dan je denkt. Dat begint dan met weten wat er aan de hand is bij een groot verloop. Voor een coördinator van een kleine vrijwilligersorganisatie is het vaak mogelijk om gewoon veel op de vloer aanwezig te zijn en goed te luisteren, maar voor grotere organisaties (meer dan 30 vrijwilligers) zijn andere methoden soms ook bruikbaar.
Meten is weten
Er zijn twee instrumenten die gebruikt kunnen worden om greep te krijgen op het verloop van vrijwilligers in een vrijwilligers-organisatie.
Het eerste is het exit-gesprek. Dit is een gesprek met de vertrekkende vrijwilliger over het waarom van het vertrek uit de organisatie. Soms kan de vrijwilligersorganisatie die reden niet beïnvloeden, zoals bij een verhuizing, maar soms blijkt achteraf dat er wel wat aan te doen was geweest. Als het goed is worden er conclusies getrokken uit het exit-gesprek en wordt bijvoorbeeld het waarderingsbeleid aangepast. Nuttig, maar wijsheid achteraf dus, terwijl vooraf misschien beter was geweest.
Een tweede meetmethode is een tevredenheidsonderzoek onder vrijwilligers. Eenmaal per jaar (of vaker als dat nodig lijkt) wordt een vragenlijst afgenomen onder alle vrijwilligers. In die vragenlijst kan van alles worden gevraagd over hoe de vrijwilligers het werken bij hun organisatie ervaren. De kunst is natuurlijk om een goede vragenlijst te vinden.
Betrouwbare vragenlijst
Edwin Boezeman (zie voorgaande blogpost “trots en respect”) heeft voor zijn promotieonderzoek een vragenlijst ontwikkeld die veel aspecten van de betrokkenheid van een vrijwilliger bij de organisatie kan meten. De lijst is gevalideerd (hij meet inderdaad wat hij moet meten) en mag vrij worden gebruikt. Dat betekent dat er een wetenschappelijk gefundeerde manier bestaat om te onderzoeken hoe vrijwilligers aankijken tegen de eigen organisatie en het eigen werk.
Open algemene vragen worden aangevuld met vragen over het gevoel van zelfbepaling, het gevoel van bekwaamheid, het gevoel van verbondenheid, de tevredenheid met het vrijwilligerswerk, het nut van de organisatie en van de vrijwilliger, de trots op de vrijwilligersorganisatie, de van de organisatie ontvangen waardering, de emotionele verbondenheid (een deelaspect van betrokkenheid) bij de organisatie en de normatieve verbondenheid (een ander deelaspect van betrokkenheid). De vragenlijst wordt afgesloten met onder meer vragen over hoe lang de vrijwilliger nog bij de organisatie denkt te blijven.
Proberen?
Om het gebruik van effectieve instrumenten te bevorderen wil PROXY tijd stoppen in het samen met (grotere) vrijwilligersorganisaties opdoen van ervaring met deze vragenlijst. Mocht u interesse hebben in het samen opzetten van een vrijwilligerstevredenheidsonderzoek, neem dan contact op.