In eerdere posts heb ik al eens aandacht besteed aan wederkerigheid, een van de mechanismen die “onder” samenwerking liggen. Je kunt wederkerigheid wiskundig bekijken – zoals Martin Nowak deed – maar ook de sociale psychologie heeft er erg veel aandacht aan besteed. Een uitgebreide beschrijving van wederkerigheid is te vinden in het boek Influence van Robert Cialdini. In hoofdstuk twee gaat hij uitgebreid in op de mogelijkheden die wederkerigheid biedt voor samenwerking en voor misbruik.
Opvallend in dat hoofdstuk is dat hier weer eens naar voren komt dat wederkerigheid iets anders is dan “handel”, het “ter plekke” uitruilen van dingen. Er zit een sterk vertrouwen in van wederdiensten die in de toekomst verricht gaan worden. Het is een bijzonder krachtig mechanisme, iets wat hij illustreert aan de hand van twee voorbeelden. Ik volg daarbij grotendeels de dramatische opbouw die Cialdini ook volgt.
Tijdens de hongersnood in Ethiopië in 1985 werd er $ 5000 aan hulp uitgewisseld tussen Ethiopië en Mexico. Bijzonder was dat ondanks de ellendige situatie waarin Ethiopië verkeerde, na jaren van droogte, interne twisten en hoge sterfte door honger en epidemieën, het Rode Kruis van Ethiopië het bedrag overmaakte naar Mexico, voor de slachtoffers van de aardbeving daar. Het motief erachter was dat Mexico in 1935 hulp had verleend aan Ethiopië bij de inval van Italië in dat land. Een tijdsbestek van 50 jaar tussen gift en wedergift kan blijkbaar worden overbrugd door het mechanisme van wederkerigheid. Voor wie zou denken dat het iets Ethiopisch is om zo te handelen volgt nog een voorbeeld – van dichter bij huis.
In de nasleep van de orkaan Katrina (2007) was er een regeringsvertegenwoordiger die bijzonder trots was op de prestaties van de regering bij het lenigen van de nood in New Orleans. Nu moet je dat als Amerikaanse regeringsvertegenwoordiger niet hardop zeggen: de afhandeling van de hulpverlening is een zwarte pagina in de geschiedenis de centrale overheid in Washington. Maar de verleende hulp was snel, goed en vrijgevig. En de regeringsvertegenwoordiger was de toenmalige Nederlandse ambassadeur, Christiaan Kroner. Dat Nederland zo snel en adequaat reageerde kwam volgens Kroner mede omdat Nederland zich aan New Orleans verplicht achtte. Deze stad had in 1953 op dezelfde wijze gereageerd op de stormvloed in Nederland.
Robert B. Cialdini, Influence, Pearson Education Inc., 2009, ISBN 978-0-205-60999-4
Een zeer onwaarschijnlijk verhaal over hulp van New Orleans aan Nederland in 1953. New Orleans was destijds een achtergebleven gebied in het diepe Zuiden. Daar was echt geen hoogstaande technische kennis te halen die Nederlanders niet zelf in huis hadden.