Het CBS publiceerde recent de laatste onderzoeksgegevens over vrijwilligerswerk in Nederland. Zie http://t.co/66MhRGP. In 15 bladzijden komt het beeld naar voren dat het goed ging en goed blijft gaan met het vrijwilligerswerk in Nederland. In tegenstelling tot de klaagzang over gebrek aan inzet blijkt uit dit onderzoek dat het percentage vrijwilligers licht stijgt. Het onderzoek heet “Vrijwillige inzet 2011”, maar het gaat toch echt over 2010.
Het aantal vrijwilligers blijkt te zijn gestegen naar ruim 45 % van de Nederlanders van 15 jaar en ouder. Deels komt de stijging door het verlagen van de leeftijdsgrens voor deelname aan het onderzoek van 18 naar 15 jaar, maar er is volgens het CBS ook sprake van een kleine “echte” stijging. Dit betekent dat 6,1 miljoen mensen aangeven vrijwilligerswerk te doen. Bijna 32 % van de Nederlanders heeft aangegeven kort voor het onderzoek informele hulp – dus niet in georganiseerd verband – aan vrienden, familie, buren en zieken te hebben gegeven. Omdat de groepen vrijwilligers en informele-zorgers deels samenvallen tellen beide groepen op tot in totaal een kleine 60 % van de Nederlanders.
Een selectie uit de overige resultaten:
- 57% doet 1 soort vrijwilligerswerk, bijna 28 % doet 2 dingen, bijna 11 % 3 en 3 % 4 verschillende soorten vrijwilligerswerk. Vrijwilligers zijn bruggenbouwers bij uitstek dus.
- Van de mannen doet 45,3 % vrijwilligerswerk, van de vrouwen 44,9 %. De standaardfout in deze metingen is 0,8 %, dus ik zou zeggen dat het gelijk spel is.
- In de groep jongeren van 15-17 jaar doet 52,5 % vrijwilligerswerk. De jeugd van tegenwoordig valt dus best mee. Alleen de groep van 35-44 doet meer aan vrijwilligerswerk, 53,4 %. Alle andere leeftijdsgroepen doen dus minder.
- Autochtonen doen meer aan vrijwilligerswerk dan westerse allochtonen en niet-westerse allochtonen.
- Het bekende effect van opleidingsniveau wordt bevestigd: hoe hoger de opleiding, hoe meer er aan vrijwilligerswerk wordt gedaan, hoewel het effect bij de allerhoogste opleidingen weer iets lijkt te zakken.
- Werkenden doen gemiddeld met 47,9% meer aan vrijwilligerswerk dan niet-werkenden met gemiddeld 41,1 %. Binnen beide categorieën bestaan echter behoorlijke verschillen.
- Hoe sterker verstedelijkt, hoe minder vrijwilligerswerk er wordt gedaan. Een bekend gegeven dat weer eens wordt bevestigd.
- Een vrijwilliger levert gemiddeld 3,7 uur per week. Elke Nederlander krijgt daarmee gemiddeld 1,7 uur per week van iemand anders.
- Van de vrijwilligers zegt 55 % “altijd” plezier te hebben in het vrijwilligerswerk, en 37 % “meestal”. De onderzoekers schrokken even omdat het percentage “altijd” daalde van 70 % naar 55 %, maar dat was gelukkig grotendeels te verklaren uit een andere meetmethode. Een daling is er dan overigens nog steeds!